De organen

Het vrouwelijke voortplantingsstelsel bestaat uit drie hoofddelen:

 

De eierstokken

Ze vervullen 2 essentiële functies in het voortplantingsproces:

  1. De productie van de eicellen - De eierstokken bevatten follikels (ongeveer 400.000 bij de vrouw) die al van bij de geboorte zijn gevormd. Na de puberteit ontwikkelt er zich tijdens elke menstruatiecyclus een follikel. Die follikel laat een eicel vrij die koers zet naar de baarmoeder. De follikel wordt dan omgezet in een geel lichaam (corpus luteum) en produceert progesteron. Als er geen zwangerschap optreedt, dan sterft het af.
  2. De productie van de vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogeen en progesteron).

Structuur van de eierstokken

De eierstokken zijn kleine, amandelvormige organen die gelegen zijn onder de eileiders, aan beide kanten van de baarmoeder.

 

De eileiders

Functies van de eileiders

De eileiders zorgen ervoor dat:

  • de eicel die door de eierstok is geproduceerd, kan worden opgezogen
  • de eicel kan worden gevoed
  • de spermatozoïden bij de eicel kunnen geraken (transport van spermatozoiden)
  • er een omgeving kan gevormd worden die gunstig is voor de bevruchting
  • het embryo naar de baarmoeder kan vervoerd worden

Structuur van de eileiders

De eileiders hebben de vorm van twee buisjes die zich uitstrekken van de baarmoeder tot de eierstokken.

 

De baarmoeder

Functies van de baarmoeder

Tijdens de volledige cyclus wordt het baarmoederwandslijmvlies (endometrium) dikker zodat het embryo er zich op de juiste manier  kan innestelen. Via de placenta voedt en beschermt de baarmoeder de foetus tot aan de geboorte.

Als er zich geen embryo nestelt, dan wordt dit slijmvlies afgestoten en volgt de menstruatie.

Structuur van de baarmoeder

De baarmoeder is een hol, peervormig orgaan dat zich midden in het onderste gedeelte van het bekken van de vrouw bevindt. De holte staat in verbinding met de eileiders en met de vaginaholte.

 

De baarmoederhals (cervix)

Functies van de baarmoederhals

De baarmoederhals produceert een afscheiding (baarmoederhalsslijm) die tijdens de cyclus een ontwikkeling doormaakt. Tijdens de vruchtbare periode van een vrouw wordt het baarmoederhalsslijm helder en waterig zodat het sperma gemakkelijker in de richting van de baarmoeder kan worden geleid. Na de eisprong en/of tijdens de zwangerschap wordt het baarmoederhalsslijm dikker en vormt het een barrière tegen eventuele infecties.

Het waarnemen van een toegenomen en waterige vaginale afscheiding in het midden van de cyclus kan dus wijzen op een naderende eisprong.

Structuur van de baarmoederhals

De baarmoederhals (cervix) is de verbinding tussen de vagina en de baarmoeder.