Het werk van de artsen verlichten
Voor een doeltreffende vruchtbaarheidsbehandeling moeten artsen over zo veel mogelijk informatie beschikken aangaande de gezondheid en de voorgeschiedenis van hun patiënten.
Aanvankelijk kan het voor patiënten vervelend zijn om herhaaldelijk dezelfde gegevens te verstrekken aan verschillende artsen. Bepaalde vragen kunnen koppels evenzeer een onbehaaglijk gevoel bezorgen. Het kan gaan om vragen over voorafgaande persoonlijke gedragingen die bij de persoon in kwestie schuld- of schaamtegevoelens opwekken. De enige reden waarom artsen deze vragen stellen is om nuttige indicatoren te achterhalen die de onvruchtbaarheid kunnen verklaren.
In het kader van een vruchtbaarheidsbehandeling tonen artsen interesse voor onderstaande gegevens.
Gynaecologische gegevens
- Menstruatie (leeftijd bij eerste menstruatie, duur en frequentie van de cyclus, interval tussen de bloedingen, samentrekkingen of hevige bloedingen), pijnlijke cyclus, pijnlijke betrekkingen
- Seksuele voorgeschiedenis
- Gebruik van voorbehoedsmiddelen (spiraal, pil en andere middelen)
- Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) (chlamydia, gonorroe, genitale wratten, syfilis)
- Heelkundige ingrepen of behandelingen van de onderbuik (verwijdering van de appendix, reconstructie van de darm, verwijdering van ovariële cysten, dilatatie en curettage, behandeling van een misvorming van de baarmoederhals)
- Infecties, pijn in de onderbuik, zwaar gevoel in de buik
- Abnormale uitstrijkjes van de baarmoederhals
- Eerdere zwangerschappen/abortussen/miskramen
- Myomen (type, omvang en plaats)
Medische gegevens
- Chronische ziekten (diabetes, hoge bloeddruk, astma, artritis, schildklierziekten en maagzweren)
- Kankerbehandelingen
- Chronische infecties van de blaas of urinewegen
- Medicatie
- Allergieën voor geneesmiddelen
Persoonlijke gegevens
- Levensstijl en eetgewoonten (sport, tabak, alcohol en drugs)
- Recente gewichtsschommelingen
- Blootstelling aan giftige stoffen in het leefmilieu (lood, straling, pesticiden)
Familiale gegevens
- Vruchtbaarheidsproblemen in de familie
- Meerdere miskramen of moeilijke zwangerschappen
- Blootstelling van de moeder aan diethylstilbestrol (DES)
- Leeftijd van de moeder/zus bij intrede van de menopauze
- Chromosomale en/of erfelijke ziektes (sikkelcelanemie, Ziekte van Tay-Sachs, spierdystrofie en hemofilie, trisomie 21, mentale retardatie)
Voorafgaande vruchtbaarheidsonderzoeken
Als er in het verleden al vruchtbaarheidsonderzoeken zijn uitgevoerd door een andere arts, kunnen de belangrijkste gegevens evenals een kopie van de resultaten naar de vruchtbaarheidsdeskundige opgestuurd worden.
Als onderstaande gegevens beschikbaar zijn, moet u ze aan de arts bezorgen.
- Sperma-analyse (aantal spermatozoïden, beweeglijkheid, morfologie)
- Hormoonanalyses (FSH, LH, TSH, oestradiol, progesteron, testosteron, prolactine)
- Echografie van de onderbuik (verslag van de resultaten)
- Hysterosalpingografie (HSG) (radiografieën en verslagen van de procedure)
- Post-coïtumtest (PCT) (basale lichaamstemperatuur, observatie en/of kweek van het baarmoederslijmvlies)
- Endometriumbiopsie
- Laparoscopie (verslag en eventueel radiografieën)
- Hysteroscopie (verslag en eventueel radiografieën)
Voorafgaande vruchtbaarheidsbehandelingen
Als u in het verleden reeds vruchtbaarheidsbehandelingen hebt ondergaan, is het uiterst belangrijk dat u alle informatie hieromtrent met uw nieuwe arts deelt.
U kunt uw vorige arts vragen om de volgende resultaten samen te vatten:
- Informatie over de cyclus bij ovulatiestimulerende medicatie (naam van geneesmiddel(en) en dosering, aantal dagen van inname, eventuele hormoonniveaus, aantal follikels)
- Intra-uteriene inseminaties (dezelfde gegevens als hierboven, alsook dag van de cyclus waarop de IUI plaatsvond, de kwaliteit van het sperma voor en na bewerking, met inbegrip van het percentage en de kwaliteit van de beweeglijke spermacellen)
- Ivf- (in-vitrofertilisatie ) of ICSI-cyclus (Intracytoplasmatische Sperma-injectie): idem als hierboven, alsook het aantal verkregen eicellen, de dag van de cyclus waarop de punctie plaatsvond, het aantal ingevroren embryo's, het type van anesthesie toegepast voor de punctie, het aantal en de kwaliteit van de teruggeplaatste embryo's, het interval tussen de cycli (rustcycli)