Intra-uteriene inseminatie (IUI)
De zaadcellen worden voordien geselecteerd en bewerkt in het laboratorium. Nadien worden zij rechtstreeks in de holte van de baarmoeder geïnjecteerd (intra-uteriene injectie).
IUI wordt overwogen wanneer het sperma van ondermaatse kwaliteit is, de hoeveelheid zaadcellen te laag is, het baarmoederhalsslijm afwijkend is, antisperma antilichamen aanwezig zijn of bij onverklaarde onvruchtbaarheid.
IUI kan worden toegepast met of zonder medicatie om de eierstokken te stimuleren. Dat zal afhangen van de oorzaak van de behandeling.
Meestal wordt IUI voorafgegaan door een injectie met HCG. Omdat de eisprong ongeveer 40u na de HCG-injectie plaatsvindt, is het van vitaal belang dat de inseminatie op dat eigenste moment gebeurt.
Uw arts zal u adviseren over het aangewezen moment om de prik toe te dienen alsook over het tijdstip van de inseminatie. Uw arts zal u bovendien ook vertellen of u betrekkingen mag hebben.
Tijdstip van de eisprong
De inseminatie moet vlak voor de eisprong gebeuren. Er zijn verschillende manieren om de eisprong te bepalen. Ze kan worden vastgesteld met een echo en bloedafnames of met urinetesten (LH-testen of ovulatietesten) die te verkrijgen zijn in uw apotheek. Uw arts zal samen met u de meest geschikte methode voor uw situatie kiezen.
Procedure
De man brengt een spermastaal naar het laboratorium, waar het sperma wordt bewerkt.
De arts plaats een fijn, soepel buisje via een speculum in de baarmoeder en injecteert het sperma langzaam in de baarmoeder. De ingreep is doorgaans pijnloos en duurt niet langer dan 5 minuten. Over het algemeen is er geen enkele reden waarom u geen betrekkingen zou mogen hebben kort na de inseminatie.
Resultaten
De slaagkans hangt af van meerdere factoren, onder meer de leeftijd van de vrouw en de oorzaak van het vruchtbaarheidsprobleem. De kans op een zwangerschap bedraagt gemiddeld 10% per cyclus. De meeste zwangerschappen vallen voor tijdens de eerste 3 behandelingen. Gewoonlijk worden er 3 tot 6 behandelingen uitgevoerd. Ongeveer 25 tot 35% van de vrouwen raakt zwanger na 6 behandelingen. Als de behandeling faalt, kan uw arts beslissen om de IUI met andere geneesmiddelen te combineren of om over te gaan op andere behandelingen (IVF, ICSI).
